Een hooggespecialiseerde vorm van manuele therapie (passend binnen het beroepscompetentieprofiel van de NVMT) kan worden toegepast op zuigelingen die een blijvende beperking hebben in het functioneren van hun nekje. Dit wordt ook wel een hoog cervicale functiestoornis genoemd (HCFS). De twee meest opvallende symptomen hierbij zijn een voorkeursrotatie van nek en hoofd en/of overstrekking van de nek die beiden (bijna) niet doorbreekbaar zijn. Door het aanhoudende karakter van de dwangstand in de nek kan een afplatting van de schedel ontstaan, de zogenoemde Deformatieve Plagiocephalie. Ook gaat de zuigeling over het algemeen met zijn hele lichaam strekken korte tijd na de geboorte. In het verleden werd de schedelafplatting mogelijk nog met helmtherapie behandeld maar daar is men op teruggekomen na voortschrijdend inzicht en onderzoek.
Bronvermelding EWMM